Met verbazing heb ik vorige week het artikel ‘Gehandicapten werknemers? Nergens te vinden’ in de @nrc gelezen.
Alleen al de kop, die is stigmatiserend. Ik begrijp dat een krantenartikel een sprekende titel nodig heeft. Volgens mij onderzoekt een journalist de feiten en analyseert ze deze. Ik vraag me af of de journaliste dat voor dit artikel uitgebreid gedaan heeft. Want dan had ze geweten dat het gaat over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat zijn mensen uit de bijstand met een verdiencapaciteit tot 80 %, wajongeren en mensen met een arbeidshandicap. Het zijn vooral gewoon Mensen!
Het klopt dat er diverse overheidsinstellingen betrokken zijn en dat ze vaak langs elkaar heen werken. Deze organisaties hebben ook allemaal een andere achtergrond en werkwijze. In de regionale werkbedrijven wordt hard gewerkt om alle organisaties op 1 lijn te krijgen. Dat is lastig en kost tijd. Keulen en Aken zijn ook niet in 1 dag gebouwd. Ik zit zelf in de stuurgroep Regionaal Werkbedrijf Noordoost Brabant en ben bij dit proces betrokken. Het is een proces waarbij partijen moeten loslaten en samenwerken. Net als in het bedrijfsleven vindt de overheid het lastig om los te laten en te delen. Vergelijk het met een fusie of overname in het bedrijfsleven. Ruim 40 % daarvan mislukt totaal. Dan is het niet zo vreemd dat de overheid daar mee worstelt. De paradox is ook dat als deze organisaties hun werk goed verrichten, ze zichzelf uiteindelijk opheffen. Want minder mensen te plaatsen, betekent minder medewerkers om te matchen.
In het artikel kwam ook een bedrijf aan het woord die geen mensen konden vinden. De intenties van dat bedrijf uit Oldenbroek zijn goed. Het is wel kort door de bocht om te denken dat de functies van de een op de andere dag ingevuld worden. Het is geen blik met medewerkers dat je zomaar kunt opentrekken. De doelgroep zit niet voor niets thuis. Deze heeft extra aandacht nodig. Zeker in de beginfase. Dat wil niet zeggen dat er geen succes verhalen zijn.
@gascogne_werkt en @gwsdschoonmaker bewijzen al jaren dat het kan. Met ruim 190 medewerkers uit de bijstand, wajongeren en 55 plussers in vaste dienst zijn we een voorbeeld voor hoe het wel kan. Dit betekent investeren. Investeren in de samenwerking met de overheid, je relaties en vooral ook in de doelgroep. Zo werken we ruim 15 jaar samen met de gemeenten @shertogenbsoch en @gem_Eindhoven. Zoals in elke relatie heb je hier ook te maken met ups en downs. Na 15 jaar weet je hoe een ander denkt en handelt. Daarnaast is het investeren in de nieuwe medewerkers. Wij doen dit door middel van een groepstraject van 9 weken, genaamd ‘Wedden dat het kan’ en met individuele trajecten. Zo zijn jobcoaches vanuit de overheid niet nodig. Coaches kunnen volgens mij ook geen buitenstaanders zijn. Ze behoren in het bedrijf te werken. Wat heb je aan een jobcoach die een afspraak moet maken en er niet is wanneer er iets speelt. Voor de doelgroep is het belangrijk om met weinig uren te beginnen. Opbouwen kan altijd. Vroeger was dit bij gemeenten onbespreekbaar. Tegenwoordig denken ze mee. Mede door de voordelen, zoals het aanpakken van de kaartenbakken en de schadelastbeperking. In 2015 besparen onze gemeentes toch ruim een miljoen Euro doordat wij met deze doelgroep werken.
Het is prima om staatsecretaris Klijnsma aan te spreken over de bureaucratische problemen. Ik denk alleen niet dat het gaat werken. Zij schuift de zaken vooruit en pakt niet door. Er ligt nu een voorstel om de garantiebanen in de keten te laten invullen door onder andere schoonmaakbedrijven. Maar dat moet weer eerst uitgebreid onderzocht worden. Hoezo bureaucratie? Waarom niet gewoon doen.
Ik denk dat Wij dat met onze werkwijze dagelijks laten zien hoe het kan. Randvoorwaarden scheppen is logisch en noodzakelijk. Daar is de @psonederland geschikt voor. De PSO staat voor Prestatieladder Socialer Ondernemen. Het is een door TNO ontwikkeld meetinstrument en laat zien wat de bijdrage van bedrijven aan de werkgelegenheid van deze kwetsbare doelgroep is. Steeds meer gemeentes gebruiken de PSO bij aanbestedingen. Wij mogen met trots zeggen dat wij de hoogste trede, trede 3, hebben en we dus koploper zijn.
Onze relaties zouden in ieder geval blij zijn wanneer de garantiebanen door ons ingevuld gaan worden. Doen we toch al en ze kiezen niet voor niets voor ons. Niet omdat we werken met ‘gehandicapten’. Juist omdat we mensen een kans geven op de arbeidsmarkt. Ze zijn trots om daar onderdeel van te zijn en onze medewerkers zijn trots dat ze weer werken.
Gaby je hebt helemaal gelijk en bewijst zelf dat het kan werken! Chapeau!
LikeLike